Microsoft Vraagt Om Afwijzing van Auteursrechtszaak door The New York Times

Microsoft heeft een verzoek ingediend bij de federale rechtbank om delen van een auteursrechtinbreukzaak die tegen het bedrijf is aangespannen door The New York Times Company, af te wijzen. De rechtszaak, ingediend op 27 december, beschuldigt Microsoft en zijn partner OpenAI ervan Times-artikelen te gebruiken om hun AI-technologieën te trainen, waaronder de populaire chatbot ChatGPT. Microsoft voert aan dat het gebruik van grote taalmodellen (LLM’s), zoals chatbots, de markt voor nieuwsartikelen waarop ze zijn getraind niet vervangt.

In zijn verzoek trekt Microsoft een vergelijking tussen LLM’s en videocassetterecorders (VCR’s), waarbij wordt gesteld dat beide technologieën zijn toegestaan onder het auteursrecht. Het verzoek stelt dat het auteursrecht het gebruik van LLM’s niet meer belemmert dan het deed voor VCR’s, pianola’s, kopieermachines, personal computers, het internet of zoekmachines.

De zaak roept herinneringen op aan eind jaren zeventig toen filmstudio’s Sony aanklaagden over zijn Betamax VCR en beweerden dat dit illegaal kopiëren van films en tv-shows zou vergemakkelijken. Uiteindelijk oordeelden de rechtbanken dat het persoonlijk kopiëren van inhoud voor kijkdoeleinden onder fair use viel.

Het verzoek van Microsoft sluit aan bij een vergelijkbaar verzoek ingediend door OpenAI, waarin wordt gesteld dat The New York Times geen bewijs heeft geleverd van werkelijke schade. The Times beweerde dat de inkomsten werden geschaad als lezers de chatbot van Microsoft gebruikten om aanbevelingen van Wirecutter te verkennen, een reviewsite in eigendom van The Times, in plaats van doorverwijslinks aan te klikken. Microsoft weerlegde dat de rechtszaak geen significante omleiding van inkomsten van Wirecutter aantoonde.

Het is vermeldenswaard dat The New York Times het eerste grote Amerikaanse mediabedrijf is dat Microsoft en OpenAI voor de rechter sleept over auteursrechtelijke kwesties met betrekking tot hun geschreven werken. Andere auteursrechtszaken zijn aangespannen door schrijvers, programmeurs en verschillende groepen tegen bedrijven die generatieve AI-technologieën ontwikkelen.

Hoewel Microsoft het fair use-principe claimt en de transformerende aard van chatbots aanhaalt, probeert het niet om argumenten tegen fair use af te wijzen en plant het deze zorgen op een later tijdstip aan te pakken. Noch Microsoft, noch The New York Times hebben onmiddellijk commentaar geleverd op de kwestie.

Tot slot heeft het verzoek van Microsoft tot doel de beschuldigingen van The New York Times aan te vechten, door te stellen dat het gebruik van Times-artikelen om AI-technologieën te trainen wettelijk toegestaan is en de markt voor nieuwsartikelen niet schaadt. De uitkomst van deze auteursrechtszaak zal gevolgen hebben niet alleen voor Microsoft en OpenAI, maar ook voor andere bedrijven die actief zijn op het gebied van generatieve AI.

The source of the article is from the blog windowsvistamagazine.es

Privacy policy
Contact